Informatie soort
Crematogaster scutellaris is een interessante soort. De benaming (schorpioenmier) hebben ze O.a te danken aan de houding van hun achterste gedeelte van hun lichaam (het gaster) deze wordt omhoog gehouden in een bepaalde situatie. Dit zie je waneer er bijvoorbeeld een vorm van gevaar is voor de kolonie, zoals een insect die het nest probeert in te dringen. Deze zullen ze vervolgens ook goed aanpakken! Ze zijn goed in ontsnappen en in klimmen, wat hun op dat gebied ook een erg uitdagende soort maakt!
Specificaties:
Wetenschappelijke naam: Crematogaster scutellaris
Nederlandse benaming: Rode schorpioenmier
Verspreidingsgebied: Mediterraans zeegebied
Kleur van de mier: rood met zwart
Moeilijkheidsgraad: 3/5
Afmeting koningin: 7-9 mm
Afmeting werkster: 3-4 mm
Afmeting soldaat:/
Temperatuur: 19 tot 28 graden
Optimale temperatuur: 25-27 graden
luchtvochtigheid nest: 50 tot 60%
luchtvochtigheid buitenwereld: 30 tot 50%
Winterrust: december-maart op 5-12 graden
Groeisnelheid: 5/5
Uitgroeien tot aantal werksters: +- vormen grote kolonies tot wel duizenden werksters
Onderfamilie: Myrmicinae
Stichting: Claustraal
Kolonie vorming: monogyne (kunnen 1 koninginnen per nest hebben)
Verzorging:
Voeding: insecten zoals, fruitvliegen, redrunners, krekels, meelwormen, buffalowormen, dubia’s. Suikers zoals, beetlejelly, byFormica sunburst ant nectar, honingdauw etc..
Voedsel behoefte:
Vanaf hoeveel werksters naar een nest: 35+
Aanbevolen nest type: ytong, hout, acryl
Verzorging:
De verzorging opzich is redelijk makkelijk, ze hebben een hoog voedselbehoefte dus daarom is het ook belangrijk dat er genoeg voedsel wordt aangeboden (voer op maat van de kolonie) In de natuur leven ze regelmatig in dood hout dus een droog nest is zeker aan te raden.